Description: <DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Vectoriële bestanden met de afbakening van de oppervlaktewaterlichamen en hun afstroomgebieden. In uitvoering van de Europese kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) en het Vlaams Decreet betreffende het Integraal waterbeleid (18 juli 2003), worden de oppervlaktewaterlichamen afgebakend in de stroomgebiedbeheerplannen. Deze worden elke 6 jaar geëvalueerd. Een oppervlaktewaterlichaam is een onderscheiden (deel van een) stroom, rivier, kanaal of overgangswater dan wel een stilstaand water zoals een meer of een waterbekken. De kaartlagen bevatten zowel de assen van rivieren, overgangswateren en meren, als de polygonen van de meren en overgangswateren. Daarnaast worden ook de afzonderlijke afstroomgebieden van de opperwaterlichamen bepaald. De bestanden zijn een afgeleid product van de Vlaamse Hydrografische Atlas. In de huidige stroomgebiedbeheerplannen worden de bevaarbare waterlopen en de onbevaarbare waterlopen van categorie 1, 2 en 3 uit de VHA atlas verder opgedeeld als afzonderlijke waterlichamen. Alle niet-gecategoriseerde waterlopen, aangeduid met de term “grachten” (“G”), zijn eveneens lokale waterlichamen doch worden niet afgebakend in de stroomgebiedbeheerplannen.</SPAN></P><P><SPAN>Een intermediair afstroomgebied wordt afgebakend voor elk Vlaams en lokaal waterlichaam 1ste orde aan de hand van het Digitaal hoogtemodel Vlaanderen II. Het afstroomgebied van de bovenstroomse lokale waterlichamen 2de orde, is mee opgenomen in het A1 Afstroomgebied van de hoofdloop.</SPAN></P></DIV></DIV></DIV>